Met mijn armen vol vers aangekochte kerstgeschenken haast ik me over een regenboogzebrapad. Halverwege sluipt een gedachte mijn hoofd binnen. Bestaan er nu echt mensen die aanstoot nemen aan zo’n zebrapad? Die er speciaal een blokje voor om lopen? Of hun ongenoegen uiten door er een dikke fluim op te spugen? Een tijd geleden zou ik dat anno 2022 surrealistisch gevonden hebben. Die regenboog staat voor gelijkheid en dat iedereen zichzelf mag zijn.
Daar kan je moeilijk iets tegen hebben, toch?
Helaas, de recente discussie over de regenboogarmband op het WK bewijst dat er nog heel wat werk aan de winkel is. We kunnen erover discussiëren of we activisme van voetballers mogen verwachten, maar het punt is dat zo’n armband eigenlijk niet meer nodig zou moeten zijn. Idem voor een verbod op regenboogspeelgoed in sommige landen omdat het kinderen aanzet tot ‘gay’ zijn. Wat is dat voor onzin? Je geaardheid kies je niet. Je hebt er net zoveel invloed op als op je huidskleur, grootte of andere fysieke kenmerken.
Laat het los, zeggen sommigen me. In die landen respecteren ze de mensenrechten niet, daar kunnen we niets aan veranderen. Een ver van ons bed-show dus. En ja, dat klopt. Het zit niet in mijn centrum van controle om daar iets aan te veranderen. Toch raakt het me, je moet er maar wonen.
Dichter bij huis dan we denken
Wat me nog meer raakt, is dat het géén ver van mijn bed-show is. Ook hier in het vrije Westen is er nog steeds werk aan de winkel. In november kreeg ik twee negatieve recensies omwille van de geaardheid van het hoofdpersonage in een van mijn boeken. ‘Aan de kant gesmeten, want er kussen twee vrouwen in,’ meldde de een. ‘Ik was hier mentaal niet op voorbereid,’ aldus de ander. Dan vraag ik me af: moeten we daar mentaal op voorbereid zijn? Kunnen we niet gewoon blij zijn dat mensen de liefde vinden? In hoeverre heeft dat trouwens negatieve invloed op iemand anders?
Ik heb helemaal geen probleem met negatieve recensies. Leuk zijn ze niet en uiteraard kwetsen ze mijn ego een beetje, maar het hoort er nu eenmaal bij. Als schrijver breng je een verhaal in de openbaarheid en dan moet je kunnen omgaan met kritiek. Maar dit? Dit doet mijn bloed koken, omdat ik het gevoel krijg dat niet mijn verhaal, maar een hele groep mensen een negatieve recensie kreeg. Gewoon om wie ze zijn. We hebben nog een lange weg te gaan voor we de pot goud aan het eind van de regenboog vinden.
Reactie plaatsen
Reacties